Parijs, 1616. Marie de Medici, regentes van het koninkrijk sinds de dood van Hendrik IV, vertrouwt de macht toe aan Concino Concini, een bedrieglijke man met verslindende ambitie. Op advies van zijn gevaarlijke vrouw Galigaï doet Concini er alles aan om de koningin in diskrediet te brengen en het land te destabiliseren. Zijn handlangers stelen, plunderen en plunderen de landgoederen van de provinciale adel, die zich al snel zorgen maakt over deze wanorde.